Dat is voor ons de bril van waaruit we kijken.
Gevoelens willen gevoeld worden. Wanneer je ze wegstopt – omdat ze ongemakkelijk zijn of omdat je hebt geleerd dat ze er niet mogen zijn – vinden ze een andere weg naar buiten. Zo ontstaat signaalgedrag.
Kinderen en jongeren tonen met hun gedrag wat ze nog niet in woorden kunnen vatten. Het is hun manier om te zeggen dat iets niet oké aanvoelt, dat iets pijn doet. En zolang de woorden ontbreken, ontbreekt ook de oplossing.
Daarom plakken we hier geen snelle pleisters op wonden. We zoeken niet naar een quick-fix voor gedrag. We kijken, luisteren en voelen mee, tot we begrijpen wat het kind écht probeert te zeggen. Pas dan krijgt de onderliggende pijn de ruimte en zorg die ze nodig heeft.
Kinderen en jongeren kunnen individueel of samen met hun gezin terecht bij:
Bij aanmeldingen voor therapie aan kinderen jonger dan 7 jaar werken we met de ouders of verwijzen we door.
Diagnostisch onderzoek kan wel al vanaf minder dan 7 jaar.
Bij crisisvragen verwijzen we naar de bestaande crisishulpverlening via het geestelijk gezondheidszorgnetwerk voor kinderen en jongeren (RADAR Crisis) of het crisisteam -18 van het CAW.
Bij een hoog-conflictueuze scheidingssituatie waarbij er geen consensus is omtrent een zorgvraag voor het kind of waarbij de huidige relatie tussen de ouders het kind in een loyaliteitsconflict brengt, moeten eerst andere wegen bewandeld worden en verwijzen we gericht door. Ook bij vragen rond agressie, verslavingsgedrag of bij vragen met gerechtelijke insteek (in het kader van echtscheiding, plegen van feiten, problematische opvoedingssituatie, ...) verwijzen we gericht door.